Toetsen in het onderwijs: Informatie, zin en onzin
In het onderwijs wordt er anno nu (2104) heel veel getoetst. Cito-toetsen, entreetoetsen, DMT-toetsen, kleutercito's en niet methodegebonden toetsen: Een beetje ouder is helemaal thuis in het 'vakjargon'. Wat houden al die toetsen nu in? En wat is de zin en onzin van al dat getoets?
Toetsen in het Nederlandse onderwijs: Een geschiedenis
Het is ooit allemaal begonnen met een in 1966 ontwikkelde eindtoets, bedoeld om een objectief beeld van kinderen te krijgen. In die tijd hing de middelbare schoolkeus vooral samen met de sociale klasse van de ouders. Arbeiderskinderen werden zonder pardon naar de ambachtsschool gestuurd. Deze toets zou de slimme arbeiderskinderen eruit pikken, en een kans geven om hoger onderwijs te kunnen volgen.
Steeds meer scholen stapten over op zo'n eindtoets. In 1968 werd er een instituut voor het ontwikkelen van toetsen opgericht: Het Cito (Centraal Instituut Toets voor Ontwikkeling). De rest is geschiedenis. Inmiddels heeft het Cito het Leerlingvolgsysteem (LVS) opgezet. Dit systeem volgt kinderen door de hele basisschool heen. Naast de beroemde eindtoets, behoren ook de entreetoets en een aantal methode-onafhankelijke toetsen tot het LVS.
Meten is weten?
De toegenomen druk om te toetsen komt voort uit de nood voor 'objectieve' cijfers. Meten is weten. Men wil kunnen meten hoe leerlingen presteren, maar ook hoe goed scholen onderwijs geven. Scholen worden afgerekend op die resultaten. Er is veel kritiek op deze ontwikkeling. Sommigen vrezen dat alle aandacht voor toetsen tot een verschraling van het onderwijs zal leiden. Scholen besteden vooral aandacht aan dat wat er getoetst zal worden. Dingen die niet getoetst worden lijden hieronder.
Ook heeft de Cito-eindtoets de laatste jaren tot een enorm toetscircus geleid. Veel ouders willen dat hun kind zo hoog mogelijk scoort op de Cito-toets. Een hoge cito-score betekent namelijk een ticket naar de meest gewilde middelbare scholen. Speciale Cito-toetstrainingen schieten dan ook als paddenstoelen uit de grond. Sommigen vrezen dat een 'cijfertje' geen recht doet aan de individuele leerling. Zo'n cijfertje is immers maar een momentopname. Het weloverwogen oordeel van de meester of juf zou een veel eerlijker oordeel geven.
Momentopname of niet, er zijn aanwijzingen dat een 'cijfertje' nog steeds nodig is. Nog steeds worden veel allochtone leerlingen op grond van hun afkomst vaker naar lagere schooltypen verwezen. Een hoge cito-score kan dan toch toelating tot de havo of het vwo betekenen.